Er is niet veel nodig op de financiële markten om een forse beweging te veroorzaken, dat is al meermaals gebleken. Dat is deze week precies ook het geval toen de Federal Reserve het woordje ‘neutraal’ in de mond nam. De Amerikaanse beurzen schoten uit de startblokken.
Jerome Powell, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, is wellicht de meest invloedrijke man op de financiële markten. De woorden die hij gebruikt, hebben een grote invloed op de aandelenmarkten, dat is nog maar eens gebleken tijdens een toespraak voor de Economic Club of NY.
‘De rente is naar historische maatstaven nog altijd laag en blijft net onder een neutraal peil voor de economie, een peil dat de groei noch versnelt noch vertraagt.
Het woordje ‘neutraal’ weegt hier ontzettend zwaar door. De financiële markten hebben niet veel nodig om een bepaalde richting uit gaan en nemen het woordje ‘neutraal’ graag ter harte. Beleggers en investeerders trokken snel hun conclusies en gaan er van uit dat het grote deel van de renteverhogingen nu al achter de rug is. De reactie op de beurzen was bijzonder positief.
‘Euforie’
De Dow Jones steeg 2,5 procent, de Nasdaq met 3 procent. Het was één van de beste beursdagen van het jaar. Het idee dat het rentebeleid wordt verzacht, klinkt als muziek in de oren. Beleggers waren niet al te enthousiast over het rentebeleid van de Federal Reserve. Ze vreesden dat de renteverhogingen een negatieve invloed zullen hebben op de groei van de Amerikaanse economie.
De verhogingen veroorzaakten al schade op de wereldwijde beurzen. De reden daarvoor is simpel, hoe hoger de rente, hoe interessanter het is om geld te parkeren op spaarrekeningen in dollars en dus haalden defensievere beleggers hun kapitaal uit risicovollere middelen zoals aandelen en fondsen.
De vraag is echter of de financiële markten te snel hun conclusies trekken. Een neutraal rentebeleid wil volgens Al-Hussainy niet dadelijk zeggen dat er geen verhogingen meer zullen aankomen. Hij is van mening dat er nog ruimte is voor enkele renteverhogingen.
Bronnen: De Tijd
