Wat een woelige week, een slecht begin om daarna even te pauzeren en vervolgens toch donkerrood te eindigen. De oorzaak ligt bij de ‘sell-off’ op de Amerikaanse beurzen. Een correctie doet zich voor vanaf een daling van 10 procent ten opzichte van het hoogste punt. Dat is er deze week gebeurd onder andere met de S&P 500, vrijdag zakte de index naar 2.541 punten oftewel een verlies van bijna 12 procent sinds het hoogtepunt eind januari.
De ‘bull market’ wordt even op pauze gezet door de rode beursdagen in de Verenigde Staten van Amerika, Europa en Azië. De voornaamste indexen in de V.S.A. verloren meer dan 10 procent sinds hun piek vorige maand. Dat kan twee dingen zeggen over de toekomst van de financiële markten. Het is ofwel een gewone doodnormale correctie, ofwel komen we in een ‘bear market’ terecht.
4 of 22 maanden
Volgens Peter Oppenheimer, aandelenspecialist bij Goldman Sachs, kunnen we ons baseren op historische gegevens van de S&P 500. Het gemiddelde van alle correcties en alle ‘bear markets’ sinds de tweede wereldoorlog, scheppen een beeld over waar we ons aan kunnen verwachten.
Bij een correctie is er geen vuiltje aan de lucht, aandelen waren dan gewoon overgewaardeerd en hadden nood aan een ‘prijsherstel’. Gemiddeld duiken de beurzen ongeveer 13 procent na een stevige ‘bull run’. De tijd die nodig is om te herstellen van deze daling, is historisch gezien 4 maanden.
In het slechtste geval komen we in een ‘bear market’ terecht, wat minder prettig is. Als de beursindexen nog dieper zakken, meer dan 20 procent onder de meest recente piek, dan duurt het herstel veel langer. In dat geval kijken we op tegen een herstelperiode van maar liefst 22 maanden.
Dat zijn althans de gemiddelde waardes die ze hebben onttrokken uit de historische gegevens vanaf het jaar 1946. Vermits de financiële markten geen exacte wetenschap zijn, kunnen we ons alleen maar vastklampen aan deze voorspellingen.
Foto: Jenny Downing – Flickr