Een nieuwe studie van Ernst & Young probeert ons een beeld te schetsen van hoe het technologielandschap er in de toekomst zal uitzien. Een belangrijk onderdeel van de techno van de toekomst zal zijn weggelegd voor de zichzelf besturende wagen, een concept dat momenteel in volle ontwikkeling is. Het leidt geen enkele twijfel dat de zichzelf besturende wagen bij het grote publiek zal aanslaan. De tijd die nu verloren gaat in files of gewoon door het vasthouden van het stuur kan nu gebruikt worden om andere zaken te doen. De wagen kan bij wijze van spreken als een soort rijdend kantoor beschouwd worden. De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is de volgende: zal de technologie de zichzelf besturende wagen betaalbaar kunnen maken? Het antwoord op deze vraag zal ongetwijfeld positief zijn met natuurlijk wel de opmerking dat het een tijdje zal duren alvorens hij in ieders bereik zal zijn gekomen.

We moeten nog even geduld hebben voor de zichzelf besturende wagen op de weg is

Anil Valsan, lead automotive analyst bij Ernst & Young, verwijst in dat verband naar de zichzelf besturende wagen die enkele weken geleden aan het grote publiek werd voorgesteld. Die is op technologisch vlak al een heel eind opgeschoten maar staat in feite nog altijd in de kinderschoenen. Er valt dus nog altijd een belangrijk stuk weg af te leggen. Volgens Valsan moeten op die weg nog een aantal hindernissen genomen worden, waarvan het legale een van de belangrijkste dreigt te worden. De overheden zullen namelijk alleen maar zichzelf besturende wagens op de weg toelaten wanneer ze er voor 100 procent zeker van zijn dat die ook voor 100 procent veilig zijn. De acceptatie van de zichzelf besturende wagen zal volgens Valsan bovendien meer tijd vergen dan de tijdspanne waar Google zelf van uitgaat. Hij houdt er rekening mee dat tegen 2035 3 of 4 auto’s op de weg zichzelf besturende wagens zullen zijn. Dat betekent dat onvoorzichtige chauffeurs nog een tijdje de wegen onveilig zullen blijven maken. Ontdek de beste technologie aandelen – Download het rapport