Aan het einde van 2018 waren er maar weinig analisten te vinden die van mening waren dat aandelen als goedkoop te bestempelen waren. De meeste analisten waren pessimistisch gestemd en voorzagen donkere beurstijden. Toch is daar voorlopig weinig van uitgekomen. De aandelenmarkten kennen zelfs hun beste beursstart sinds het jaar 1987.
Enkele maanden geleden zag de toekomst er nog boos en donker uit. Tenminste, dat was de gedachte die bij de meeste beleggers overheerste. De geopolitieke en economische spanningen in de wereld stegen naar een hoogtepunt en de angst onder beleggers werd extra gevoed door dalende beurskoersen.
Aandelen zijn nu niet meer als goedkoop te bestempelen
Toch waren er juist toen de aandelenmarkten geconfronteerd werden met de grootste daling in jaren tijd, kansen voor oplettende beleggers. Zo is op de bovenstaande grafiek, afkomstig van The Long View, te zien dat het gemiddelde aandeel binnen de S&P 500 index in december wist te dalen naar 14 keer haar voorwaartse koers-winstverhouding. En volgens de meeste analisten zijn aandelen als goedkoop te bestempelen als de voorwaartse koers-winstverhouding onder de 15 weet te duiken.
Inmiddels kunnen we echter niet meer spreken over onderwaardering van aandelen. Door het indrukwekkende koersherstel staat het gemiddelde S&P 500 aandeel nu weer 17 keer hoger dan haar voorwaartse winst rechtvaardigt.