Ondanks de recente correctie op de aandelenmarkten blijft het multi-asset team van Schroders optimistisch over aandelen. Volgens hen zitten we in een correctie die deel uitmaakt van een bullmarkt. De voorkeur van het team gaat uit naar aandelen uit de VS en Europa, terwijl het negatief is over de opkomende markten. De visie op Japanse aandelen is neerwaarts bijgesteld, omdat het land niet immuun is voor de zwakte in de Chinese economie. De wereldeconomie zit in een fase van schuldenreductie. In de 40 jaar voorafgaand aan de financiële crisis is de schuldenlast in ontwikkelde economieën sterk gestegen, mede gedreven door de baby boomers. De financiële crisis viel samen met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van deze generatie, waardoor schuldafbouw meer nadruk krijgt. Regulering zette tegelijkertijd een rem op de schuldopbouw in de financiële sector. Aan de andere kant werd veel schuldafbouw ‘gecompenseerd’ door schuldopbouw bij de overheid. Als schuldopbouw gepaard ging met economische groei in de decennia voor de schuldencrisis, dan impliceert dit dat de fase van schuldafbouw waarin de wereldeconomie zich nu bevindt, hand in hand zal gaan met lagere economische groei en deflatoire druk. Centrale banken moeten daarom een ruim beleid voeren om zo groei te ondersteunen en de schuldafbouw gematigd te laten verlopen. Het zal waarschijnlijk ook noodzakelijk blijven geld bij te drukken om de deflatoire druk tegen te gaan. Wel denkt Schroders dat de groei van de wereldeconomie beneden haar potentieel is. Dit komt door een gebrek aan credit multipliers in deze fase van schuldafbouw. Centrale banken willen hun nationale economieën met QE aanjagen naar pre-crisis niveaus en deflatoire druk tegengaan. Dit leidt tot differentiatie in de groeicycli van landen. Als door QE de valuta van een land verzwakt, zal dat land meer groei realiseren dan een land waar de valuta sterker wordt. Centrale banken die QE inzetten, creëren daarmee een cyclus van valutazwakte, gevolgd door een sterker wordende munt. Dit heeft effect op de valutaparen, afhankelijk van in welk deel van de verruimende cyclus een centrale bank zich bevindt. Dit soort cycli bewegen zich rondom