De Amerikaanse S&P 500 staat dit jaar tot nu toe op een plus van ongeveer 2 procent. Desondanks staat de beurs wel rondom een recordniveau. Dit brengt de vraag met zich mee of aandelen overgewaardeerd zijn. Afgelopen weekend publiceerde Goldman Sachs in dat kader een enorm researchrapport waarin het ingaat op de vraag of aandelen zich op een bubbelniveau bevinden. Om deze vraag te beantwoorden ondervraagt de bank 2 beroemde economen: Robert Shiller en Jeremy Siegel.
Goldman over bubbel
Volgens Goldman zelf lijken aandelen uit de VS vanuit verschillende punten aan de dure kant. In een van de grafieken in het rapport wijst de bank op het feit dat na elk van de 3 meest recente eerste renteverhogingen van de Federal Reserve, de koerswinstverhoudingen krimpen met gemiddeld 8 procent. Zorgwekkend, stelt de bank, omdat winstverhoudingen een belangrijke motor achter het rendement van de afgelopen jaren zijn geweest. Dit maakt dat analisten van Goldman Sachs verwachten dat dividenden in de komende 12 maanden als enige zullen bijdragen aan de 2 procent winst die zij verwachten in die periode voor de S&P 500. Shiller wijst op een maatstaf die sinds 2000 niet zo hoog is geweest als nu. ‘Een van de belangrijke vragen die ik al jaren stel vanaf de zijlijn, is ‘denk je dat de beurs is overgewaardeerd, ondergewaardeerd of ongeveer goed gewaardeerd is?’. Wat ik het ‘waarderingsvertrouwen noem’, blijkt recent in een downtrend te zitten. Het feit dat mensen niet geloven in de waardering van de markt is een bron van zorgen en kan een symptoom zijn van een bubbel.’
Lage rentes
Wat Siegel betreft bevinden aandelen zich op het moment slechts licht boven hun historische waarderingen en is het huidige niveau compleet gerechtvaardigd vanwege de lage rentes. ‘Op geen enkele manier zijn de huidige niveaus zo hoog dat ze in de buurt komen van de hoogtes die wijzen op een bubbel.’ 5 Belangrijke situaties om rekening mee te houden als belegger