De obligatiemarkt dient meestal als veilige haven wanneer de aandelenmarkt daalt, maar daar is deze keer geen sprake van. Analisten van Goldman Sachs verwachten dan ook dat de obligatiemarkt een keerpunt heeft bereikt. Rentevoeten zullen verder stijgen waardoor de problemen op de obligatiemarkt alleen maar erger worden.
Volgens Francesco Garzarelli van GS zal de US Treasury begin 2017 opnieuw 2% bereiken of 32 basispunten hoger dan vandaag. Een dalende aandelenmarkt kan de stijging mogelijk afremmen, maar niet tegenhouden.
Goldman Sachs gaat al een tijdje uit van hogere rentevoeten. De meeste analisten zien de rentevoeten alleen maar dalen. Dat is meestal een signaal dat het terug de andere kant opgaat.
De forse daling van de globale rentevoeten na de Brexit ziet Francesco Garzarelli dan ook aan als een capitulatie, dikwijls het begin van het einde.
Goldman Sachs ziet nog 3 redenen waarom het allemaal nog erger kan worden:
# 1. De waardering
De forse daling van de rentevoeten na de Brexit kwam niet overeen met een normale vlucht naar veiligheid. Wanneer beleggers vluchten naar obligaties gaat dit meestal gepaard met een vertraging van de economische groei. Dat is nu niet het geval aangezien de economische groei in de ontwikkelde landen volgens de analisten terug aantrekt. Op basis van inflatie, economische groei en een normale rentecyclus bij de Federal Reserve zou de US Treasury eerder rond 2,25% moeten staan.
# 2. QE verliest zijn kracht
Het opkoopprogramma van overheidsobligaties door centrale banken verliest aan kracht. QE hielp de rentevoeten lager. Maar door technische beperkingen en de nadelen die steeds meer aan het licht komen, ziet het er naar uit dat QE aan zijn limiet zit. QE zorgde vooral voor de daling van langetermijnrentevoeten. Deze hebben veel meer nadelige gevolgen voor de economie. Denk maar aan pensioenfondsen en verzekeraars die afhankelijk zijn van vaste inkomsten.
# 3. Iedereen hoopt op fiscaal beleid
Na jaren van QE en kunstmatig lage rentevoeten hebben de centrale banken gedaan wat ze konden doen. De markten kijken steeds meer naar het fiscale beleid van de overheden en minder naar de monetaire stimulus van de centrale banken om de economische groei terug aan de gang te krijgen.