De jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum (WEF) staat op het punt van beginnen. De leiders van meer dan 100 landen zullen bijeenkomen om te spreken over de wereldwijde economische groei. In aanloop naar bijeenkomst uitte Borge Brende, de president van het WEF alvast zijn zorgen.
Volgens hem zijn de geopolitieke spanningen op het wereldtoneel namelijk de grootste bedreiging voor de wereldwijde economische groei. Zo stelde hij:
Er zijn veel dingen die me zorgen maken. Maar ik denk dat de geopolitieke conflicten, als ze niet juist worden opgelost, een grote negatieve impact kunnen hebben op de economische groei.
Brende vervolgde dat we nu al een negatieve impact op de groei zien en dat heeft weer een negatieve impact op veel mensen op de wereld. Ook als het aankomt op banen. Hij gaf een voorbeeld:
We zijn nog niet uit het dal als het aankomt op werkgelegenheid. Bijvoorbeeld in Europa, daar zijn nog steeds landen met 20% werkloosheid.
De huidige spanningen op het wereldtoneel
Op het moment is de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China nog altijd gaande. De Verenigde Staten heeft voor 250 miljard dollar aan goederen importheffingen opgelegd en China voor 110 miljard dollar.
Dan is er nog de Amerikaanse ‘shutdown’ om de bouw van een grensmuur met Mexico. Daarbij komt de Brexit, waarvoor nog altijd geen deal is. Terwijl de einddatum – 29 maart – nadert.
Ook zijn er op het continent in Europa spanningen. Zo zijn er verschillende populistische bewegingen die de gevestigde orde uitdagen.
Maar ook in andere delen van de wereld zit de economische groei niet mee. Zo verlaagde het IMF de groeiverwachting onlangs naar 3,7% in 2019.
De groei moet aanhouden
Volgens Brende moeten we deze groei nog een aantal jaar aanhouden, willen we wereldwijd genoeg stuwkracht hebben voor een volgende recessie. Daaraan voegde hij toe:
Nu hebben we nog rentes die dicht bij het nulpunt liggen, zoals in Europa en Japan. Daarnaast hebben we jarenlang fiscale stimulatie toegepast en daardoor hebben landen weinig wering tegen een volgende recessie.
Bron: CNBC
Foto: iStock