Olie-midden-oosten De olieprijs is in de afgelopen maanden sterk gedaald en dat is een evolutie die uiteraard niet zonder gevolgen blijft voor de oliebedrijven. De meeste aandelen uit de sector kregen een flinke oplawaai, in zoverre dat ze stilaan oververkocht zijn. Er liggen binnen de sector weer kansen weggelegd, het komt er op aan om die te grijpen. De daling van de olieprijs, die aan het eind van de zomer begon, is in het begin van september versneld en dit leidde tot een prijs van 85 dollar voor één vat Brent Noordzee olie (het laagste peil sinds juni 2012). Deze val van de olieprijs is volgens het team van investment broker Leleux een economisch gevolg van de neerwaartse bijstelling van de mondiale groeivooruitzichten door het IMF: voor 2014 wordt 3,30% groei verwacht tegen 3,40% eerder en 3,80% voor 2015 t.o.v. 4% als originele prognose. Het IEA (Internationaal Energie Agentschap) heeft rekening houdend met deze macro-economische gegevens haar ramingen voor de groei van de wereldwijde vraag naar ruwe olie eveneens neerwaarts bijgesteld (van 93,50 miljoen vaten per dag naar 92,4 miljoen vaten per dag). Daarnaast mag niet uit het oog verloren worden dat er meer dan voldoende olie geproduceerd wordt met een geschatte productie tussen 96 en 98 miljoen vaten per dag.

Oliesector volgt evolutie van de olieprijs op de voet

Historisch gezien draaide de OPEC (die 35% van de wereldwijde olieproductie controleert) “de kraan dicht” wanneer de prijs van een vat olie scherp daalde. Hierdoor werd het aanbod beperkt. Tijdens de laatste vergadering van de Organisatie van Olie-Exporterende Landen (OPEC) verklaarde Saoedi-Arabië echter geen probleem te hebben met het idee van een olieprijs tussen 80 en 90 USD voor een periode van één tot twee jaar. Uit deze uitspraken leiden experts van de oliemarkt volgens Leleux af dat Saoedi-Arabië de groei van de olieproductie in de VSA (c) en Iran wil afremmen om haar marktaandeel tussen de grote wereldwijde olieproducenten te handhaven en uiteindelijk de rol als regulator te vrijwaren. Naast de zeer negatieve invloed op Rusland (70% van de export is oliegerelateerd) heeft de olieprijsdaling ook een negatieve invloed op de koersen van de grote oliemaatschappijen en de toeleveranciers aan de olie- en gassector. Alles is echter niet kommer en kwel want de daling van de oliesector bedraagt slechts 6% sinds de start van het jaar in vergelijking met een daling van 4% voor de Euro Stoxx 50 index. Leleux blijft positief voor Royal Dutch Shell en Total, hoewel deze aandelen op korte termijn nog kunnen lijden onder de volatiliteit van de olieprijs (hoewel er vanuit fundamenteel standpunt een bodem rond 80 USD zou moeten gevonden worden). Klik hier om kanshebbers voor een tradingoperatie in de oliesector te leren kennen