Heel wat fondsbeheerders gebruiken tegenwoordig de notie van ‘active share’ om aan te geven in welke mate een fonds actief beheerd wordt, en of het de kosten waard is. De Europese regelgevers buigen zich momenteel over de zogenaamde ‘closet trackers’, of fondsen die zich voordoen als actief, terwijl ze doodgewoon de index volgen. In mei voerde de Zweedse overheid nog een onderzoek nadat een Zweedse beleggersvereniging tegen een grote asset manager een klacht had ingediend (in casu Swedbank Robur). De aantijging was dat de asset manager ten onrechte fondsen had verkocht aan particulieren die het label ‘actief beheerd’ droegen, maar in feite gewoon de index volgen. De asset managers moeten daarop antwoorden bieden, en publiceren steeds meer statistieken om aan te tonen dat ze wel degelijk actief beheren. Active share is daarbij de meest gebruikte graadmeter, met dien verstande dat een score van minder dan 60% wijst op een te sterke tracking van de index. Maar toch is de tracking error geen heilige graal, en als deze parameter wordt gebruikt zonder rekening te houden met andere factoren, kan dat leiden tot fouten. Het is belangrijk dat beleggers ook rekening houden met andere factoren, zoals de information ratio, die de rendementen van de portefeuille toont in verhouding tot de volatiliteit ervan. Kortom, een specialist moet deze ratio’s interpreteren, anders ga je afwijken van je doelstelling. Slim in Fondsen telt ervaren beheerders en analisten die het klappen van de zweep kennen en vertrouwd zijn met deze ratio’s. Het ETF Rapport is een prima manier om kennis te maken met echt portefeuillebeheer. Klik HIER en ontdek alles over dit rapport!