Sergi Cutillas is een Spaanse econoom die bijzonder opgetogen was toen Spanje mocht toetreden tot de eurozone. Nu is hij niet meer zo blij en wil hij zijn land uit de wurggreep van Europa halen. En Cutillas is niet alleen. 1 op 4 Europeanen is tegen de euro en sommige experts denken dan ook dat de euro in de toekomst zal verdwijnen.
Volgens een onderzoek van de Europese Unie wil 25% van de Europeanen hun oude munt terug vanonder het stof halen. De euro moest hét symbool worden van de Europese integratie sinds de 2e Wereldoorlog. Maar de eenheidsmunt ligt langs alle kanten onder vuur.
De eerstvolgende proef is de presidentsverkiezing in Frankrijk. Het staat zo goed als vast dat Marine Le Pen de 2e ronde haalt. Indien ze ook effectief verkozen zal worden op 7 mei, wankelt de euro weer wat meer. Le Pen wil namelijk terug naar de Franse Frank.
Maar ook anderen willen liever de lire, drachme of peseta terug uit hun pensioen halen.
Voor de Italiaan Alberto Bagnai is het eenvoudig: Europese landen zijn verschillend en ze zouden dan ook beter niet eenzelfde munt gebruiken. Ieder land is politiek, financieel en cultureel anders waardoor er geen federale staat mogelijk is. En zonder federale staat kan je ook geen gezamenlijke munt hebben.
Het ene land is arm, het andere land is rijk, net zoals in de Verenigde Staten. Maar in tegenstelling tot de VS heeft Europa geen centrale overheid die beslist over uitgaven, belastingen en budgetten. Europa is geen eenheid waar de rijke gebieden willen zorgen voor de arme gebieden.
De illusie van een veilig Europa
De rentevoeten op overheidsobligaties zijn fors gedaald voor landen als Spanje, Griekenland en Italië sinds de invoering van de euro. Er was bijna geen verschil meer met Duitsland. Dit creëerde een illusie voor beleggers dat deze landen veilig waren.
De financiële en Europese crisis doorprikte deze illusie. Maar de zuiderse landen konden de euro niet devalueren om het leeglopen van hun bubbels op te vangen. In plaats van een muntdevaluatie volgde enorme besparingen waardoor de levensstandaard erop achteruit ging.
Een hoge werkloosheid, lagere lonen en een uitpuilende overheidsschuld waren het resultaat, het resultaat van de euro.
Veel inwoners van de getroffen landen willen daarom een nieuwe toekomst. Met de euro als een molensteen rond hun nek zien ze niet goed hoe dit kan gebeuren.
Niet de waarde, maar de euro zelf is het probleem
Volgens Frans econoom Vincent Brousseau zit het probleem niet in een over- of onderwaardering van de euro. Hij ziet het bestaan van de euro op zich als een bedreiging. Met het bestaan van de euro liggen de beslissingen bij de Europese Unie en niet bij de lidstaten.
Brousseau was zelf lid van de ECB en zag dat het verschuiven van het beslissingsrecht naar de Europese organen geen goed idee was.
De meeste zijn het er dan ook over eens dat de euro nog lang kan blijven bestaan, maar dat het ooit ergens stopt. Liever vroeger dan laat, maar dat zal grotendeels van Brussel afhangen.
Bron: CNN Money